Om de bevaarbaarheid te garanderen en de waterkwaliteit te verbeteren en natuurontwikkeling te stimuleren, werkt de Provincie Noord-Holland aan het project: ‘Bagger, zwevend slib en waterplanten’. Het project wordt in opdracht van de stuurgroep van het gebiedsakkoord Oostelijke Vechtplassen uitgevoerd door de provincie Noord-Holland en Waternet (en Waterschap AGV), in nauwe samenwerking met de relevante partners uit het gebiedsakkoord. De uitvoering van de baggeropgave, die uiterlijk start in het najaar van 2022, bestaat uit drie fasen: Fase 1: het baggeren van de 1e tot en met de 5e Loosdrechtse Plas. Fase 2: het baggeren van de jachthavens. Fase 3: het mogelijk baggeren van de Stille Plas en de Vuntus, waarbij de bagger bij voorkeur wordt verwerkt in natuurontwikkeling. Voor de eerste fase van de baggeropgave gaat de voorkeur uit naar een tijdelijke weilanddepotlocatie in de polder Mijnden zuidwest in de gemeente Stichtse Vecht. De stuurgroep van het gebiedsakkoord nam dit besluit na zorgvuldige afwegingen, waarin voor verschillende locaties de haalbaarheid en impact werden beoordeeld. Het projectteam onderzoekt momenteel de haalbaarheid van het verkrijgen van de nodige vergunningen. Bovendien vinden er nadere uitwerkingen en onderzoeken plaats.
Het projectteam van de Provincie Noord-Holland werkt in IPM-verband (Integraal Projectmanagement) aan het project. Flow Civiel verzorgt met Maurits Leentvaar de rol van Manager projectbeheersing. Belangrijke punten binnen de projectbeheersing zijn het scopemanagement, het borgen van de kwaliteit in de bouwteamfase en het risicomanagement. Daarnaast worden de lessons learned uit het oeverprogramma gedeeld en geborgd binnen het baggerteam. Maurits vult zijn rol in door continu de verbinding te zoeken en mensen met elkaar in contact te brengen. Dit doet hij vanzelfsprekend in combinatie met het uitdragen van objectieve informatie, die het team als basis voor besluitvorming gebruikt.
Het project start in Q4 2021 met de bouwteamfase. Het bouwteamcontract is onder andere vormgegeven op basis van het risicodossier en de geleerde lessen bij het oeverprogramma.