Gemeente Leiderdorp is bezig met het vormen van de omgevingsvisie, de opvolger van de ruimtelijke structuurvisie 2035. In de omgevingsvisie staan de gemaakte keuzes over o.a. wonen, duurzaamheid, groen, bouwen, verkeer, gezondheid en veiligheid. Daarnaast laat de visie zien wat de gemeente wil verbeteren, behouden en beschermen in het dorp. De omgeving is uitgenodigd om mee te denken over de toekomst van het dorp. Hiervoor zijn na de online enquête drie informatiebijeenkomsten georganiseerd.
De grootste inhoudelijke uitdaging die er is, is de vertaling maken van de omgevingsvisie naar de verschillende andere onderdelen van de beleidscyclus zoals de beleidsprogramma’s en het omgevingsplan. Uiteindelijk wordt dit samen het beoordelingskader voor alle binnenkomende initiatieven in de gemeente.
Niet alleen het opstellen van de omgevingsvisie is een vraagstuk binnen Leiderdorp, ook hebben zij graag extra ondersteuning bij het implementeren van de Omgevingswet en de interne discussies die daarmee gepaard gaan. Zoals wat hoort bij de raad en wat bij het college en hoe zijn die twee aan elkaar verbonden.
Het plannen van zulke opgaven is complex en vraagt aandacht, ook van de tussenproducten. De flow-planning zorgt voor dit overzicht en geeft handvatten aan de sturing. Zo is niet alleen voor het projectteam helder wat er op rol staat, ook voor de wethouder is inzichtelijk welke stappen en besluiten nodig zijn.
Albertine haar eerste beleving bij de gemeente Leiderdorp is dat er een zeer gedreven team zich inzet voor het dorp en waarbij de medewerkers veel ruimte en verantwoordelijkheid hebben voor de verschillende taken. In deze kleinere gemeente houdt de projectleider zelf alle producten in de gaten die nodig zijn. Het uitvoeren van het participatieplan, de doorvertaling per stakeholder, de kernboodschap én de website teksten zijn daarmee integraal onderdeel van de werkzaamheden. In grotere gemeentes is dit vaak ondergebracht bij collega-adviseurs. Het verschil is dat er ook veel meer uitvoeringstaken liggen bij de projectleider, die uiteraard hierover spart met de communicatieadviseur.
Bij het overnemen van een project van een andere college is het nodig goed te sparren over de huidige stand van zaken, het meenemen van wethouder, college en raad én wat verder nodig is voor de totstandkoming van de omgevingsvisie en welke randvoorwaarden daarmee gepaard gaan.
Het project was opgedeeld in een viertal fases. Deze fases waren gekoppeld aan de planning van de externe partij. Met de complexiteit van enkele raakvlakken is deze indeling minder handig en worden ook enkele andere projecten en onderzoeken afgestemd in deze planning. In de eerdere stappen zijn de ruimtelijke vraagstukken in beeld gebracht en zijn al afgerond. De huidige fase, richt zich op de ruimtelijke verdieping van de verschillende ’ruimtelijke vraagstukken ende te maken (politieke) keuzes. In deze fase spreken we uitvoerig met de omgeving conform participatieplan. Niet alleen de buurgemeentes, maar ook de andere stakeholders zoals belangenverenigingen krijgen hierin een rol. Hierbij wordt ingezet op de kwantitatieve onderbouwing van de te maken keuzes. De vijfpijlers die vanuit de eerste fase zijn gedestilleerd worden op inhoud verder door ontwikkeld.
Albertine maakt met haar team bij het opstellen van de omgevingsvisiegebruik van de bouwstenennotitie (dit bevat de onderliggende beleidsanalyse).De kernambities worden steeds verder uitgewerkt en verrijkt. Zowel de hoog dynamische ontwikkellocaties en de regiodoelen worden benoemd, als ook de bestaande pareltjes van Leiderdorpkrijgen secuur hun plek om de kwaliteiten daarvan te verbeteren, te beschermen en te behouden.
"Een omgevingsvisie voor heel Leiderdorp aan de hand van het (voorlopige) motto “groen, gezond en verbonden”.